Klauwgezondheid melkvee

Gepost door vdbelt 25-01-2018 0 Reactie(s)

 


               


Klauwaandoeningen hebben een grote invloed op het welzijn van de koe. Staan en lopen op de klauw kan erg pijnlijk zijn. Op veel melkveebedrijven komen klauwaandoeningen regelmatig voor. Invloed op de mate waarin klauwproblemen voorkomen zijn per bedrijf verschillend. De infectiedruk, voerstrategie, weerstand van de koe, trauma's, hygiëne en huisvesting hebben allemaal invloed op de klauwgezondheid van de veestapel.

 

Negatieve gevolgen van klauwproblemen kunnen zijn:

  • Een daling van de melkproductie
  • Meer arbeid voor de veehouder
  • Hogere kosten voor de veehouder
  • ​Verminderde groei


Klauwaandoeningen:

  • Tyloom
  • Stinkpoot
  • Mortellaro
  • Tussenklauwontsteking
  • Chronische bevangenheid
  • Zoolzweer
  • Wittelijndefect
  • Necrose
  • Dikke hak


INFECTIEUZE AANDOENINGEN:


Tyloom
Een tyloom is een woekering in de tussenklauwhuid. Dit wordt veroorzaakt door een chronische irritatie van de huid. Vaak ontstaat een tyloom uit een stinkpoot-infectie en soms uit een doorgebroken tussenklauwontsteking. Er kan een mortellaro plekje op de tyloom ontstaan, dit mortellaro plekje onderhoud de irritatie aan de huid. Om tylomen te voorkomen is het belangrijk stinkpootinfecties en tussenklauwinfecties tijdig te behandelen en bij het bekappen de klauwspleet grondig te reinigen.

Stinkpoot
In een vochtige omgeving tasten bacteriën het zachte hoorn van het balgebied van de klauw aan. De omgevingsbacteriën nestelen zich vaak eerst in de tussenklauwspleet. De aantasting van het balgebied kan eruit zien als kloven en/of groeven in de huid. Dit veroorzaakt een snellere groei van de buitenklauw, plaatselijke beschadiging van het klauwhoorn en bewegingsproblemen bij de koe. Op langere termijn kunnen ook tylomen ontstaan. Stinkpoot zorgt er voor dat de klauw gevoeliger wordt voor andere infecties, door de kloven en groeven in de huid. De veroorzaker van stinkpoot is een bacteriële infectie. Belangrijke preventieve maatregelen zijn het tijdig preventief bekappen, droge en schone klauwomgeving, vlakke, brede looppaden, zonder scherpe bochten. Weidegang in de zomer werkt preventief tegen stinkpoot.

Mortellaro
De exacte veroorzaker van de ziekte van mortellaro is niet bekend.  Het lijkt erop dat koeien weerstand ontwikkelen tegen de aandoening, dit omdat mortellaro vaak een vaarzen probleem is. De weerstand van de koe speelt een grote rol. Mortellaro is een infectie van de huid op de overgang van huid naar hoorn. Mortellaro komt vaak voor in het balgebied van de klauw. Mortellaro komt veel voor bij jonge melkkoeien in de eerste maanden na afkalven, bij koeien met een hoge melkproductie en bij overbezetting in de stal. Belangrijke preventieve maatregelen zijn het verlagen van de infectiedruk door tijdig behandelen van aangetaste klauwen, optimalisatie van de weerstand van de vaarzen en koeien begin lactatie. Daarnaast kan mortellaro voorkomen worden door geen vee aan te kopen. Behandeling van mortellaro: maak de plek schoon en droog, behandel deze met een spray, zalf, verband en een antibacterieël middel. Laat dit goed inwerken, controleer en herhaal de behandeling zonodig na drie dagen.

Tussenklauwontsteking
Zweren en beschadigingen die kunnen ontstaan door trauma, wondjes, slechte looppaden etc. vormen een toegangspoort voor infecties van de diepere delen van de klauw. Het tussenteenflegnoom is een plotseling optredende ontsteking van het bindweefsel door de bacteriën F. necroforum en A. progenes.  Een tussenklauwontsteking is een ontsteking aan het weefsel van de tussenklauwspleet. De koe kan plots kreupel zijn, de bijklauwen kunnen warm en gezwollen zijn, de koe heeft vaak koorts en minder eetlust. Wanneer een tussenklauwontsteking niet wordt behandeld, kan de ontsteking zich ontwikkelen tot een necrose (hieronder toegelicht). Voor het voorkomen van een tussenklauwontsteking zijn een gunstig stalklimaat, goed rantsoen, schone en droge loopvlakken en regelmatig een voetbad belangrijk. Andere namen voor een tussenklauwontsteking zijn: haarworm, kleipoot, slakkenpoot en krepvoet.

 

AANDOENINGEN DOOR BELASTING, VOEDING EN/OF STOFWISSELING:


Klauwbevangenheid
Klauwbloedingen zijn een belangrijk onderdeel van klauwbevangenheid. Klauwbevangenheid ontstaat door verweking en overbelasting van het klauwhoorn. Chronische bevangenheid wordt gezien in de groeven aan de voorzijde van de klauwen. Een veroorzaker van chonische bevangenheid kunnen zijn pensverzuring, voeding en ontstekingen. Chronische bevangenheid komt veel voor bij koeien aan het begin van lactatie. Dieren die pas hebben gekalfd, met behoefte aan structuur in het rantsoen zijn gevoeliger voor chronische bevangenheid. Preventieve maatregelen zijn; een gelijkmatig rantsoen met voldoende structuur, preventief bekappen en verminderen van de klauwbelasting door middel van een zachtere ondervloer of beter ligcomfort.

 

Zoolzweer
Een zoolzweer is een klauwhoorndefect dat zich uit als defect in de zool van de klauwen. Een zoolzweer is vaak het laatste stadium van een zoolbloeding. Zoolzweren wordt vaker gezien bij oudere koeien tijdens de tweede helft van de lactatie. Oorzaken van een zoolzweer kunnen zijn voeding, pensverzuring of een ontsteking. Koeien met zachte klauwen zijn gevoeliger voor het krijgen van zoolzweren.

Wittelijndefect
De witte lijn is een verbinding tussen het hoorn van de zool en de wand. Deze verbinding heeft een zachte structuur waardoor het een gevoelig gebied is. Wittelijndefecten zijn het gevolg op klauwkneuzingen en klauwbloedingen. Preventieve maatregelen om een wittelijndefect te voorkomen zijn; vroegtijdig bekappen en preventief handelen. 

Necrose
Necrose is een zeer pijnlijke klauwaandoening, in veel verschillende stadium. In begin stadium ziet de klauw er van buiten af normaal uit en is de koe alleen licht kreupel. In een later stadium wil de koe niet meer op de poot staan en zal het de klauw ontzien. De behandeling van een necrose is een deel van de klauw amputeren onder narcose. De amputatie zorgt voor directe pijnverlichting.

Dikke hak
Een dikke hak kan ontstaan door gebrek aan ligbedcomfort waarbij veel wrijving ontstaat tussen de hak en de ondergrond. De boxbedekking is te hard en schurend. De boxafmetingen kunnen te krap zijn of de koe mist kracht door kreupelheid of ziekte. Dikke hakken bij koeien vertellen de veehouder dat de koe te weinig ligt. Wanneer er een toename is met het aantal hakbeschadigingen is dit meestal het gevolg van een verminderende klauwgezondheid. Kreupele koeien stellen namelijk hogere eisen aan een ligbox. Door middel van verbetert ligcomfort, zachte ligbedden kunnen hakbeschadigingen worden voorkomen. 


Bron: Koe Signalen Klauwen, Stalboekje melkvee 2016, ECOstyle 

 

Laat een reactie achter